Transitie op de vierkante meter
42 Erfgoed Deal-projecten staan er inmiddels op de kaart, in verschillende fases van uitvoering. Een aantal ervan is afgerond. Wat valt er te leren van deze projecten? Deze keer Klimaatrobuuste Buitenplaatsen, een kennisprogramma voor landgoederen en buitenplaatsen om kennis en kunde over maatregelen die ze klimaatrobuuster maken te delen en te agenderen in lokaal en regionaal beleid.
Geleerde lessen
|
Het was nooit herkend, maar het bleek een opgeleide beek te zijn
Twee prachtige monumentale beuken vormen het welkomstcomité op een zonnige wintermorgen op landgoed ’t Medler in de buurt van Vorden. Rentmeester Eelco Schurer begeleidt de familie die hier al dertien generaties eigenaar is. Vandaag ontvangt hij Yvonne Molenaar, directeur stichting Kastelen, historische Buitenplaatsen en Landgoederen (sKBL), en Ivor de Baat, stafmedewerker bij Stichting Utrechts Landschap, om ze te vertellen over hoe dit landgoed klimaatrobuuster wordt.
18.000 hectare
Landgoed ’t Medler bezit een van de 551 rijksbeschermde complex historische buitenplaatsen in Nederland. Gezamenlijk bedekken zij meer dan 18.000 hectare grond. Klimaatverandering klopt ook hier aan de poorten. Droogte en wateroverlast tasten het landschap en de gebouwen aan. In 2021 is daarom het Erfgoed Deal-project 'Kennisprogramma Klimaatrobuuste Buitenplaatsen' van start gegaan. Vanuit cultuurhistorische waarden wordt inspiratie opgedaan om maatregelen te treffen die buitenplaatsen beter bestand maken tegen klimaatverandering. Kennis en kunde wordt inmiddels gedeeld op de pas gelanceerde kennisbank van het gelijknamige online platform (zie link onder aan het artikel) zodat eigenaren met en van elkaar kunnen leren. Er zijn pioniersverhalen en proeftuinen om de weg te wijzen, en bruikbare tools ontwikkeld om zelf aan de slag te gaan.
Gracht steeds vaker droog
‘Ooit stonden er vier beuken’, vertelt Eelco. ‘De enten ervan zijn rond 1817 meegenomen door een van de voorvaders van de familie die te paard vertrok naar het oosten met de legers van Napoleon.’ Twee van de beuken hebben de 200 jaar niet gehaald. Of dat met veranderend klimaat te maken heeft, is niet te zeggen, maar feit is wel dat de gracht rond het landhuis steeds vaker droog staat, en dat heeft zeker met de droogte te maken, aldus Eelco. ‘Reden om mijn vinger op te steken toen er vanuit het lokale landgoederenoverleg de mogelijkheid langskwam om middels een pilot samen met het waterschap, natuurorganisaties en belangengroepen een visie op de toekomst te maken.’
Water lozen én bergen
Een onderzoek naar waterbeheer wordt een van de pijlers in die visievorming. De Baakse Beek, die als een ketting door verschillende landgoederen loopt, komt centraal te staan in de toekomstplannen voor wat de Landgoederenzone Baakse Beek wordt genoemd. Eelco: ‘Vroeger was de Achterhoek grotendeels veenmoerasgebied. Dat maakte het een kletsnat gebied, en dus is er van alles gedaan om het droger te krijgen. Nog maar honderd jaar geleden zijn grote delen ontgonnen ten behoeve van de landbouw. En met succes! Het systeem bleef echter ingericht om het water zo snel mogelijk af te voeren. Maar nu, met intensieve regenbuien en lange periodes van droogte, past het niet meer. We moeten inmiddels op twee borden schaken: zowel water kunnen lozen, als bergen en infiltreren voor de droge perioden. En dat is nu de uitdaging voor het Baakse Beek systeem. Voor dat schakelen heb je onder andere land nodig. En dat hebben de landgoederen. Veel hectares om water te bergen, en daar gaan we nu naar kijken.’
We moeten op twee borden schaken: zowel water kunnen lozen als bergen voor droge perioden
Een opgeleide beek
Eelco neemt zijn gasten mee over het landgoed naar de plek waar de Baakse Beek vroeger gestroomd heeft. Het gezelschap houdt stil bij een houtwal, waar je kunt zien dat er een nieuwe waterloop is gecreëerd. Of eigenlijk, een oude hersteld. ‘We kijken nu naar één van de ooit door mensen gestuurde beeklopen, waarvan nog gedeelten herkenbaar waren. Het water is vanuit het naastgelegen landgoed de Wiersse afgetakt en krijgt zo weer zijn oorspronkelijk verloop over ’t Medler. Tijdens cultuurhistorisch onderzoek was er in hoogtekaarten een wallichaam te zien dat door het landgoed heen liep, door deze houtwal. Het was nooit herkend, maar het bleek een opgeleide beek te zijn. Een systeem om de gracht rond het huis te voeden, die boven het maaiveld ligt. Als wij die opgeleide beek herstellen, hebben we dit vast aangelegd vanuit de Wiersse, met een aquaduct om het water richting de gracht te krijgen. Een mooie bijvangst van het project.’
Van landbouw- naar natuurgebied
Want een klimaatrobuust landgoed betekent veel meer dan alleen beekherstel. Zo’n tien procent van ’t Medler wordt omgevormd van landbouw- tot natuurgebied, en daar moet veel voor gebeuren, zowel zichtbaar als onzichtbaar. Eelco: ‘De natuur op de flanken van de beek wordt verbeterd: er ontwikkelen zich verschillende soorten grasland en heel veel beekbegeleidend bos. Maar eerst moet de natuur de kans krijgen zich hier te ontwikkelen voordat de nieuwe beekloop wordt aangetakt. De boeren die hier boerden hebben deze grond op moeten geven - daar had ik al op geanticipeerd door kortdurende pacht uit te geven. We hebben een ruilverkaveling gehouden, waarbij de boeren dichter bij huis konden boeren en hun vee weer kunnen weiden. Voor het eerst in 45 jaar lopen er weer koeien in de weiden van ’t Medler. Er zijn melkrobots uitgegaan en traditionele melkstallen teruggekomen, met een biologische boer. We zijn veel natuurinclusiever gaan werken.’
Voor het eerst in 45 jaar lopen er weer koeien in de weiden van ’t Medler
Transitie op de vierkante meter
De ontwikkelingen op ’t Medler en rond de Baakse Beek laten heel mooi zien dat zo’n eerste stap van nieuw waterbeheer een sneeuwbaleffect heeft voor natuurontwikkeling, dat op haar beurt weer invloed heeft op de manier waarop er met het landschap wordt omgegaan. Het is transitie op de vierkante meter. Yvonne: ‘En nu ik hier sta, ben ik nog trotser dat de visie van Landgoederenzone Baakse Beek is opgenomen in het Klimaatrobuust project, omdat het een mooi voorbeeld is van hoe klimaatopgaven op verschillende landgoederen gekoppeld worden en hoe hier samengewerkt wordt door verschillende partijen. Andere landgoederenzones kunnen hier echt veel van leren.’
Leer je omgeving kennen
Ivor de Baat van Stichting Utrechts Landschap is betrokken geweest bij een andere landgoederenzone, de Stichtse Lustwarande in de provincie Utrecht en ook onderdeel van het Erfgoed Deal-project. Daar is ook veel gebeurd op gebied van waterbeheer en natuurbescherming in en rond het Zeisterbos, een gebied met een sprengensysteem en met verschillende landgoederen en buitenplaatsen als Hoog Beek en Royen en Pavia. ‘Ik zie een heel mooie parallel. Leer eerst je omgeving kennen. Het watersysteem: hoe functioneert dat nou, wat is de historische context en hoe heeft dat gefunctioneerd?’ De spreng in het Zeisterbos is ruim 250 jaar oud en al decennia geleden drooggevallen. Het waterpeil in de vijvers zakt in droge periodes onder een kritiek niveau en dat tast de omliggende natuur aan. Reden voor flink wat herstelmaatregelen die al tot positieve resultaten hebben geleid, onder andere dat er weer water in de spreng staat.
Pas op voor je eigen plandoctrine
Een belangrijke les voor Ivor is geweest om niet alles aan de voorkant te plannen en vast te leggen. ‘Die verleiding is er bij ons te veel geweest. Om te denken: dít gaan we doen, dít moet de uitkomst zijn. Daarmee zet je jezelf ook vast en het laat je niet creatief nadenken over een situatie die zich aandient. Je zit vast in je eigen plandoctrine.’ Hij benadrukt ook hoe belangrijk het daarbij is om bewoners en instanties te betrekken. ‘De omgeving is meer dan alleen het gebied waar je de maatregelen uitvoert.’
De omgeving is meer dan het gebied waar je de maatregelen uitvoert
De gemene deler vinden
De grootste parallel met ’t Medler en Landgoederzone Baakse Beek zit ‘m wat Ivor betreft in de samenwerkingsvorm: ‘Zoiets gebundeld aan te pakken en met elkaar te overleggen is een heel mooie systematiek. Er zijn volgens mij drie aspecten die steeds niet gelijk lopen, waar andere belangen spelen: een cultuurhistorisch aspect, een ecologisch aspect en alle richtlijnen vanuit de overheid. De flora en faunawet staat bijvoorbeeld soms haaks op cultuurhistorische waarden die je in stand wilt houden. Klimaatverandering heeft deze perspectieven op scherp gezet. We moeten dus leren schakelen, een gemene deler vinden, overleggen vanuit die verschillende perspectieven.’
Invloed van de voorvaders
En vlak in dat overleg de invloed van de ‘voorvaders’ niet uit, benadrukt Eelco als het gezelschap na de wandeling aan de warme thee zit in het landhuis, in een keuken die de sfeer van vele generaties ademt. ‘Neem dit gebied. Vaders en opa’s hebben geholpen dit gebied te ontginnen en droog te leggen. En nu gaan we het weer vol zetten met water. Om dat te begrijpen, moet je eerst inzien wat er speelt. Dat duurt een paar uur en heel veel koppen koffie aan een keukentafel. Die voorvaders zitten achter hun oor mee te luisteren. Daar kun je niet zomaar omheen.’ Hij ziet hierin een belangrijke rol weggelegd voor rentmeesters zoals hij zelf, als bruggenbouwer in dat gesprek.
Die voorvaders zitten achter hun oor mee te luisteren
Verzuild werkveld
De emotionele kant die Eelco beschrijft realiseert ook Yvonne zich steeds meer, en ziet ze als een belangrijke factor in het verzamelen van kennis en voorbeelden voor het platform. Wat ze daarbij ook ziet, is een sterk verzuild werkveld. ‘Er zijn veel verschillende organisaties en stichtingen actief, elk met hun eigen specifieke doelen en ambities. sKBL probeert als onafhankelijke koepelorganisatie die kennis en partijen bij elkaar te halen, zoals we ook hebben gedaan met dit kennisprogramma. Want met name voor de kleinere, vaak particuliere eigenaren zijn de uitdagingen groot.’ Ivor: ‘De klimaatuitdaging waarvoor we staan maakt de verzuiling extra zichtbaar. Het kan daarom een zegen zijn als we elkaar wel weten te vinden. Want er is één factor die we delen, en dat is het behoud van cultuurhistorie en de waarden. Daar doen we het voor. Er staat ons veel groots te wachten, en daar moeten we samen iets mee doen.’
Er staat ons veel groots te wachten, en daar moeten we samen iets mee doen
Zie voor meer informatie over het Erfgoed Deal-project 'Klimaatrobuuste buitenplaatsen' de aparte projectwebsite.