Hoe gaat het eigenlijk met de Erfgoed Deal-projecten die al langer lopen? Wat hebben ze al bereikt? Hoe gaat de samenwerking met de verschillende partners? In deze serie interviews leggen we ze vijf korte vragen voor. Op 12 november vindt de bestuurlijke opening plaats van het Linielandschap Waaldijk, waarmee het project ten einde loopt. De dijkversterking Gorinchem-Waardenburg werd een succes,  mede dankzij het belang dat aan het cultuurhistorisch verhaal voor het dijkontwerp werd gegeven. We vragen aan landschapsarchitect Willem Brouwers en omgevingsmanager Maura Niessen van de Graaf Reinald Alliantie hoe zij te werk zijn gegaan.

De Erfgoed Deal gaat over het dijktracé van het Ravelijn van Gorinchem tot de inundatiewerken bij Fort Vuren. In het project Linielandschap Waaldijk zijn op vier locaties restanten van de Oude en Nieuwe Hollandse Waterlinie meegenomen in het integrale ontwerp voor de dijkversterking tussen Gorinchem en Waardenburg. Zo wordt dit bestaande Waterlinie-erfgoed in dit gebied ingezet voor waterveiligheid, maar ook voor ruimtelijke kwaliteit en recreatieve belevingswaarden. Toen Niessen startte in 2017 met het projectplan Waterwet voor de dijkversterking kwam ze in aanraking met de rijke archeologie en cultuurhistorie van dit gebied. “Willem en ik vonden dat we daar iets mee moesten doen. We wilden iets moois achterlaten. En zo kwamen we uit bij de naam Linielandschap.”

Brouwers gaat verder: “We wilden het Waterlinie-erfgoed opnieuw inzetten voor een nieuw soort verdediging. De vijand is niet meer een leger dat probeert met paard en kar het westen aan te vallen, maar het stijgende water. Door dit erfgoed te koppelen aan waterveiligheid, krijgt het een nieuwe functie en blijft het voor de toekomst behouden. Door die koppeling op meerdere plekken in onze plannen te maken ontstond er breder draagvlak voor het project.”

Verbetering van het linielandschap.

Wie waren allemaal betrokken bij het project?

Niessen: “Allereerst is dat natuurlijk de Graaf Reinaldalliantie. We zijn een samenwerkingsverband tussen Waterschap Rivierenland en de combinatie ‘Waalensemble’, bestaande uit Heijmans, GMB en DEME Environmental NL, en Royal Haskoning DHV, veenenbos en bosch landschapsarchitecten als adviserende partijen. Toen we uitkwamen bij de Erfgoed Deal, kwamen we erachter dat er meer partijen nodig zijn. Zo zijn de gemeenten Gorinchem en West-Betuwe aangehaakt, naast de Provincie Gelderland en de Provincie Zuid-Holland. Verder is de Rijksdienst voor Cultureel Erfgoed (RCE) betrokken, en verschillende plaatselijke erfgoedverenigingen.”

Hoe staat het nu met het project?

Niessen: “We zijn bijna klaar, het gaat om de laatste puntjes op de i. Op 12 november organiseren we de bestuurlijke opening van het Linielandschap. Ook de mensen die langs de dijk wonen en jaren in de rommel hebben gewoond, zijn uitgenodigd. Het is een mooie beloning voor ons werk. In het begin kregen we vaak te horen dat dit project alleen maar geld zou kosten. Nu zie je dat het helemaal omarmd wordt. Dat is de bevestiging dat investeren in erfgoed ook iets oplevert waar men trots op kan zijn. Het is belangrijk dat bestuurders iets kunnen laten zien bij dit soort projecten. Wij als ontwerpers en omgevingsmanagers moeten beseffen dat we hen soms dat soort cadeautjes moeten meegeven. En dat doen we op 12 november.”

En die cadeautjes zijn mooi, vindt Brouwers: “Kijk naar de Ravelijn. Daar hebben we de oorspronkelijke vesting weer teruggebracht naar de structuren van het verdedigingswerk, waar vroeger de kanonnen achter stonden. Bij de Dalemse sluis hebben we de verdwenen batterij teruggebracht in de vorm van een uitkijkpunt en toegangsplek voor de Woelse Waard. Bij de Dijkpost Hercules hebben we een tribune en een uitzichtlocatie gecreëerd, waar echt een verwijzing is gedaan naar de oorspronkelijke dijkpost op de maquette die erbij staat. Bij het fort hebben we het oude sluizencomplex hersteld, zodat het water net als vroeger daadwerkelijk weer het inundatieveld in kan lopen.”

Verbetering van het linielandschap.

Wat zijn de grootste uitdagingen die jullie zijn tegenkomen in dit project?

Niessen: “Het moeilijkste was om al die verschillende partijen in de kruiwagen te krijgen in het kader van het Waterlinie-verhaal. Wat ik verder een uitdaging vond, ook omdat het voor mij heel nieuw was vanuit het aannemerswezen, was het subsidietraject. Dan heb je met elkaar met provincies, gemeenten en Erfgoed Deal overeenstemming bereikt en dan blijk je nog een hele lange adem nodig te hebben om aanvullende financiering te vinden. Ik verbaas me erover dat we het ons hier in Nederland moeilijk maken met al die regeltjes die bij een subsidieaanvraag komen kijken. Dat was een project an sich met papierwinkel en veel verschillende afdelingen die wat van de plannen moesten vinden.”

Brouwers: “Een andere uitdaging die we zijn tegengekomen, is de wisseling van personeel bij dit soort projecten. Die rond je niet binnen een jaar af. Je moet best vaak het verhaal weer opnieuw uitleggen, bijvoorbeeld bij de erfgoedcommissie van de gemeente omdat er nieuwe mensen zitten. Dat doen we graag, want het verhaal is goed, maar het is wel jammer. Gelukkig is het allemaal goed gekomen. Het is ons gelukt.”

  1. Maura Niessen
  2. Willem Brouwers

Waar zijn jullie zelf het meest trots op?

Niessen: “Ik ben het meest trots op de geluiden die we horen dat mensen, die hier wonen, fietsen en wandelen, zo blij zijn dat ze het Linielandschap kunnen herbeleven, en de hele strijd rondom het rivierengebied die in al die tijdslagen heeft plaatsgevonden. Naast een mooie nieuwe sterke dijk hebben we die cultuurhistorie duidelijker leesbaar weten te krijgen in het landschap.”

Brouwers: “Ik ben ook trots op de koppeling met de toekomst die we met het Linielandschap hebben gemaakt. De eerste keer dat we rondliepen bij Fort Vuren, wisten we niet eens dat daar een gemaal en sluis had gelegen. Het viel zowat uit elkaar, en nu hebben we er een nieuwe functie aangegeven. Bij de vesting van Gorinchem lag er een moestuin op de Ravelijn, waar auto's en aanhangers werden geparkeerd. De andere twee locaties waren überhaupt niet zichtbaar. Nu hebben we dit erfgoed toekomstbestendig en leesbaar gemaakt. Over tien jaar kunnen we het bezoeken met onze kinderen, en heeft het nog steeds een functie. Dat vind ik kicken.”

Welke les zouden jullie vanuit jullie project graag willen meegeven aan andere projecten?

Niessen: “Ik zou tegen iedereen die twijfelt om ’een financieringsregeling zoals de  Erfgoed Deal-aan te vragen willen zeggen: doe het gewoon. Het is weliswaar een project geweest van lange adem, er komt veel bij kijken, maar ik denk dat het iedere minuut tijd echt wel waard is geweest als je kijkt wat er nu ligt. Ook mensen die eerder nogal kritisch waren zijn nu tevreden over het resultaat.”

Brouwers: “Laat je gebiedsontwikkeling inspireren door de oude verhalen die er zijn. Wat kunnen we leren vanuit oude vaardigheden en technieken? Ik was onlangs op de Dutch Design Week, waar de Rijksdienst voor het Cultureel Erfgoed (RCE) een onderzoek presenteerde over possible landscapes van de toekomst. Met het Linielandschap hebben we eigenlijk gezocht naar een koppeling met de opgaven van vandaag. Door een nieuwe functie aan het erfgoed toe te voegen ontstaat een nieuw verhaal. Dat is een belangrijke les die ik wil meegeven.

Wat overigens enorm heeft geholpen was dat zowel de oude als nieuwe Hollandse Waterlinie een UNESCO-Werelderfgoed status kreeg toegekend. Dat heeft de statuur ervan versterkt binnen de bestuurslagen. Zonder die status hadden we de financiering wellicht niet rond gekregen. Wat ook hielp is dat we geleerd hadden uit onze eerste aanvraag voor de Erfgoed Deal voor de restauratie van het sluisje bij Fort Vuren. Nu konden we meteen meer inzoomen op hoe we erfgoed konden inzetten voor waterveiligheid en ruimtelijke kwaliteit en het zo een nieuwe functie mee te geven. Door het erfgoed in te zetten voor de toekomst kregen we meer urgentie in het project, als een soort vliegwiel.”

Verbetering van het linielandschap.