Roosje voor roosje de wijk door

42 Erfgoed Deal-projecten staan er inmiddels op de kaart, in verschillende fases van uitvoering. Een aantal ervan is afgerond. Wat valt er te leren van deze projecten? Deze keer: Wijkaanpak de Pas. Een samenwerking tussen de gemeente Winterswijk, woningcorporatie De Woonplaats en de wijkbewoners, waarbij het gesprek over de waarde van de bloemkoolwijk de basis vormt voor participatie.

Geleerde lessen

  • Schep duidelijke kaders voor bewonersparticipatie. Laat ze weten waarover ze mogen meebeslissen en hoe.
  • Wees ook helder over wat vaste taken en verantwoordelijkheden zijn van de gemeente.
  • Maak genoeg tijd om een gelijkwaardig gesprek tussen gemeente en bewoners te ontwikkelen. Bouw aan de relatie.  
  • Laat erfgoed een ingang zijn voor dat gesprek en maak het laagdrempelig: samen herinneringen ophalen.
Beeld: ©Tirzah Schnater
Een van de nieuwe speelplaatsen in de Pas, deze fungeert ook als waterbuffer

Erfgoed, dat is toch een kerk, of een molen? Maar een bloemkoolwijk? De in de jaren 70 en 80 gebouwde woonwijken, gekenmerkt door één verkeersader, de ‘stronk’, die toegang geeft tot diverse deelwijkjes, de ‘bloemkoolroosjes’, hebben nog niet het imago dat ze zouden kunnen of misschien zelfs moeten hebben. Uit onderzoek blijkt in ieder geval dat bloemkoolwijkbewoners over het algemeen zeer tevreden zijn over waar ze wonen.

Pilot wijkgerichte aanpak

De Pas in Winterswijk is zo’n bloemkoolwijk. Een verzameling van 450 huizen verdeeld over de vier buurtjes Pasbrink, Pasbree, Pashof en Pashegge. Ooit was het gros hier huurwoning en een klein deel koopwoning. Inmiddels is dat zo’n beetje andersom. De gemeente besluit begin 2019 dat hier de pilot komt van de eerste wijkgerichte aanpak in Winterswijk. Een aanpak waarbij samenwerking tussen de gemeente, woningcorporatie De Woonplaats en vooral de bewoners centraal staat. Met veel ruimte voor eigen inbreng en algemene kaders in plaats van een vooraf gesteld precies resultaat. De hamvraag: Wat is er nodig om fijn te wonen, nu en in de toekomst? De focus ligt op klimaatadaptieve herinrichting en verduurzaming.

Erfgoed hoeft niet per se een architectonisch hoogstandje te zijn

Dichtbij het vuur

Er wordt een ‘Uit de Pas’ team gevormd met mensen uit verschillende disciplines en organisaties: technisch, sociaal, landschappelijk. Het team vestigt zich op Pashegge nummer 148, een leegstaand huis van de corporatie, dichtbij het vuur, passend bij de aanpak. Vanuit erfgoed sluit Joyce Ras aan, ze is beleidsmedewerker erfgoed bij team omgeving. ‘De erfgoedgedachte was er niet meteen. Mijn collega Ellen Gunnewiek en ik zagen dat eigenlijk wel als kans. Om te laten zien dat erfgoed niet per se een architectonisch hoogstandje hoeft te zijn. Het vernieuwende van de bloemkoolwijk zat destijds in het totaal nieuwe stedenbouwkundige concept. Daarvoor had je de wederopbouw, met rijen huizen en flats. Ineens kwamen er wijken met woonerfjes, doodlopende takjes. Wonen dichtbij voorzieningen, maar toch met veel groen. Een meer dorps karakter, ontmoeten en spelen op straat.’

Ansichtkaartpakketjes met foto’s van de wijk door de jaren heen

Zwart-wit luchtfoto van de wijk De Pas in aanbouw
Historische luchtfoto van de wijk in aanbouw

Het bloemkoolwijkbewustzijn

Veel bewoners waren zich niet bewust van deze kwaliteiten, vertelt ze. Ook omdat er in de loop der jaren verschillende dingen zijn gebeurd die de oorspronkelijke bloemkoolwijkgedachte geen goed hebben gedaan. Neem de explosieve groei van het aantal auto’s, het verdwijnende groen, en het toenemende individualisme. Joyce: ‘We hoorden van mensen die er al lang woonden dat er vroeger veel meer samen werd gedaan. In sommige delen zag je dat nog wel, het verschilde per buurtje.’

Om het ‘bloemkoolwijkbewustzijn’ weer wat te vergroten, maakt het Uit de Pas team verschillende nieuwsbrieven met weetjes over de wijk. Ook worden er ansichtkaartpakketjes met foto’s van de wijk door de jaren heen door de bus gedaan, die mensen zelf kunnen versturen. 'We hebben in de eerste gesprekken het woord erfgoed niet zo specifiek genoemd maar meer gesproken over het ‘Verhaal van de plek’. Tijdens de gesprekken kwamen de termen als spelen op straat, ontmoetingspleintjes, groenstructuren, dorpskarakter in groene omgeving meer naar voren. Dus vooral het benoemen van de concrete erfgoed kernkwaliteiten.'

 

Stimuleren en faciliteren

De wijkaanpak krijgt drie pijlers: verduurzaming van de woningen, klimaatadaptatieve herinrichting en sociale cohesie, oftewel: hoe kan het zelforganiserend vermogen van de wijkbewoners vergroot worden? Dat de coronapandemie in 2020 uitbreekt, helpt niet mee. Toch lukt het een heel aantal activiteiten te organiseren om inbreng op te halen. Een koffiemoment, het neerzetten van een kerstboom, een ontbijt op Burendag.

Joyce: ‘Als mensen een idee hadden, gingen we dat stimuleren en faciliteren. Zo ontstond bijvoorbeeld het plan om beelden te maken met een warmtebeeldcamera, om te onderzoeken hoe het stond met de isolatiewaarde van de huizen. Een aantal bewoners kreeg een cursus en een camera mee om ’s ochtends vroeg foto’s te gaan maken. Andere bewoners konden zich opgeven als ze een foto wilden. Daar werd goed gebruik van gemaakt. Als gemeente faciliteerden we de kennis over de foto’s en het begeleiden van de vrijwilligersgroep.’

Het algemeen belang versus het persoonlijk belang geeft schuring


Waarom moet je iets veranderen?

Voor het ophalen van ideeën voor de herinrichtingsplannen van de openbare ruimte gaat een deel van het team met een tafelblad op twee schragen de wijk door. Ook de landschapsarchitect en de aannemer sluiten hierbij aan. Vanuit de gemeente zit Peter Blauwehand erbij, hij is projectcoördinator civiele techniek bij de gemeente Winterswijk. ‘Er waren soms pittige discussies,’ vertelt hij. ‘Mensen die al veertig jaar in de wijk woonden en zeiden: “Ik woon hier prima, waarom moet je iets veranderen?” Het was belangrijk uit te leggen dat het om de toekomst ging, om het klimaat. Maar voor een deel van de mensen was dat soms lastig te begrijpen.’ Joyce: ‘Wat hielp was te laten zien dat klimaatverandering in de wijk al te zien was door de verdroging van de groenperken. En dat het vasthouden van water dus een belangrijke nieuwe opgave was.’

Beeld: ©Tirzah Schnater
De auto is terug in de rang gegaan. In de toekomst moeten er ‘hubs’ komen voor elektrisch deelvervoer

De auto terug in rang

Het algemeen belang versus het persoonlijk belang geeft schuring. Peter: ‘Meer groen, meer spelen op straat, dat vond iedereen belangrijk. Maar als het dan concreet werd en mensen zagen in een ontwerp wat het betekende voor wat er voor hun eigen deur gebeurde, werd het spannend.’ Sommige ambities moesten daarom teruggeschroefd worden in de uitvoering. Joyce: ‘Wat het wel heeft gehaald, is dat de auto echt terug moest in de rang. Voetgangers bovenaan, daarna fietsers, daarna pas die auto.’ De centrale verkeersader is nu een 15km zone geworden en zodanig ingericht met groen en bochten dat je er ook echt niet sneller kunt. En in plaats van overal parkeerplaatsen zijn deze nu meer geclusterd, met het idee hier in de toekomst ‘hubs’ van te maken voor elektrisch deelvervoer, als de tijd daar rijp voor is.

Water opvangen en vasthouden

Peter: ‘In die parkeerplaatsen wordt meteen water opgevangen, door bestrating met brede voegen, dan kan het makkelijk wegzakken.’ Dat water loopt vervolgens niet meer meteen weg in het vuilwaterriool, maar stroomt via de bodem naar wadi’s en omliggende sloten, die het vasthouden voor drogere periodes. Peter: ‘De hele openbare ruimte, zo’n 14.000 vierkante meter aan straatverharding, is allemaal nagenoeg afgekoppeld.’ Ook de speeltuinen zijn gecombineerd met wadi’s en waterbuffers.

De gemeenschapsgedachte is dankzij dit project wel ontstaan


Facebookpagina

Op gebied van sociale cohesie zijn uiteindelijk kleine en wat grotere stappen gezet. Peter: ‘Er is bijvoorbeeld een facebookpagina opgezet door bewoners. Je ziet daar dat mensen elkaar zijn gaan aanspreken op gedrag, waar ze bijvoorbeeld hun auto neerzetten. Maar ze vragen ook: “Wie wil er bij mij een lampje op komen hangen, want dat kan ik zelf niet.” Of er is een pakketje afgeleverd, of er staat al heel lang ergens een fiets. Die gemeenschapsgedachte is dankzij dit project wel ontstaan.’

Het was slimmer geweest om vooraf kaders aan te geven

Beeld: ©Tirzah Schnater
Minibibliotheek voor twee woonhuizen in de Pas, tegenover de koffie-ontmoetingsplek

Te hoog ingestoken

Er is heel veel gebeurd in De Pas, maar er zijn ook dingen niet van de grond gekomen. Voor Joyce en Peter is een aantal belangrijke lessen geleerd. Peter: ‘De participatie was wat mij betreft te hoog ingestoken. Het was niet duidelijk waar mensen over mee konden beslissen en waar ze alleen over werden geïnformeerd. De verwachtingen waren hoog. Het was slimmer geweest om vooraf kaders aan te geven.’ Joyce: ‘In het begin was de ambitie om de initiatiefkracht helemaal vanuit de bewoners zelf te laten komen. Maar in praktijk bleek dat niet te werken. Er zijn opgaven die we als gemeente en woningcorporatie gewoon moeten doen: wettelijke taken, met bestaande budgetten. Ik merkte ook dat het voor de bewoners zelf wennen was dat ze wat mogen zeggen. Het is een soort ouder-kind relatie. “Jullie lossen het toch op!” Het kost tijd om op gelijkwaardig niveau te praten.’ Peter: ‘Voor ons is dit werk, deze mensen doen het na hun werk. Ze zijn misschien wel moe, krijgen heel veel informatie, horen geluiden van anderen, ervaren soms weerstand, en dat is gewoon erg veel.’ Joyce: ‘Het is belangrijk om te zoeken naar de goede balans.’

Bouw eerst een band en zet dán pas de stap naar de opgaven


Erfgoed als ingang voor gesprek

Wat dan weer een mooie ontdekking is gebleken, een les in positieve zin: dat erfgoed een ingang geeft om met elkaar in gesprek te gaan. Joyce: ‘Eerst verbinden in plaats van de opgaven over ze uit te strooien. Achteraf gezien hadden we dit nog veel meer moeten doen. Eerst vertellen: dit is jullie wijk, herkennen jullie dit, heb je nog oude foto’s, wat zijn jouw verhalen? Dan is het minder bedreigend. Je bouwt aan een band en zet dan pas de stap naar de opgaven. Eerst bouwen aan de relatie, dat kan heel mooi met erfgoed.’

  • Beeld: ©Tirzah Schnater

De 'huismeester' van de Pasbrink

Lydia van der Meulen is één van de Pasbewoners voor wie de wijkaanpak veel heeft gebracht. Ze woont sinds 1999 aan de Pasbrink. ‘Mijn partner en ik vonden het belangrijk om naar de bijeenkomsten te gaan en samen na te denken over de toekomst: hoe kun je een buurt zoals deze leefbaar maken en houden? Genoeg schaduw bij veel zon, ondersteuning of gemeenschappelijke inkoop van isolerend materiaal en andere zaken om te verduurzamen. En zo leerden we ook een aantal mensen kennen met wie we tot dan toe nog niet zo heel veel contact mee hadden.’

Tijdens de coronapandemie richt Lydia een appgroep op, omdat ze weet dat er veel alleenstaanden in haar straat wonen. ‘Dat leverde een groep van 25 huishoudens op. Het leek ons leuk om verschillende dingen samen te organiseren.’ Dat begon met een koffie-uurtje iedere laatste zaterdag van de maand om 11 uur op een centraal punt in de straat. ‘Er heeft zelfs iemand een tafel ontworpen waarop de 1,5 meter uitgebeeld stond, zodat je daar samen aan kon staan, met in het midden de koffie en koekjes.’

‘Als ik het niet aanslinger, valt het in het water’

Inmiddels is het vier jaar verder en is het koffie-uurtje er nog steeds. Af en toe worden er ook andere activiteiten georganiseerd: een spelletjesavond, een aanschuiftafel, de wijk schoonmaken op Clean Up Day. De groep is wel kleiner geworden. Bij het centrale punt gaat bijna de schop in de grond. Dit zal bij de nieuwe inrichting de ontmoetingsplek blijven voor de buurt. Waarbij er een zitplek komt voor het koffiemomentje. Ook de siermoestuin die werd aangelegd krijgt dan weer een plek. Lydia hoopt wel op meer betrokkenheid. ‘Als ik het niet aanslinger, valt het in het water. Ik ben een soort huismeester van de Pasbrink geworden’, lacht ze. Toch is het belangrijk elkaar te blijven ontmoeten vindt ze. ‘Dat wat we in coronatijd opgebouwd hebben, weer een beetje te kunnen terughalen.’

Lydia van der Meulen

Verduurzaming van de woningen

  • De huurwoningen zijn door De Woonplaats verduurzaamd naar minimaal label B.
  • De particuliere woningen zijn vooral vanuit de opgave gestimuleerd om te gaan verduurzamen. Dit is gedaan door:
    • (voor energiecrisis) werken aan bewustzijn dat er een opgave is.
    • in beeld brengen van energieverliezen woningen door vrijwilligersgroep te faciliteren in maken warmtebeeldfoto’s). Alle particuliere woningeigenaren konden zich inschrijven voor zo’n foto.
    • opleiden van energiecoaches opgeleid in de wijk, die mensen tips gaven in het verminderen van energieverbruik.  Ze hebben ook pakketten uitgedeeld met ledlampen.
    • organiseren van sessies met expert die uitleg geeft naar aanleiding van de foto's over verlies van warmte en welke maatregelen hierbij passen om dit tegen te gaan.
    • faciliteren van werkgroep met kennis en ondersteuning in collectieve inkoop van isolatie, glas, zonnepanelen en andere maatregelen.
    • meenemen in de aanbesteding van De Woonplaats dat de aannemer naast het verduurzamen van de huurwoningen ook een aanbod moest doen voor particuliere woningen. Zo hadden particuliere diverse keuzemogelijkheden om een stap te zetten in het verduurzamen.
    • ondersteuning vanuit Centrum Duurzaam Winterwijk, dat ook lid was van het UitDePas kernteam. Zo waren er korte lijnen en konden we de opgaven en bijbehorende stimuleringsregelingen integraal uitrollen in de wijk.